Verleden jaar heb ik een nieuw klein barbecuetje gekocht, want we zijn maar met zijn tweetjes. Het grootste verschil met mijn vorige apparaat was dat deze een deksel had, wat een andere bereidingswijze van je vlees mogelijk maakt. Namelijk op indirect vuur (low) en langdurig roken / garen (slow).
Het principe van low & slow garen is dat het stugge bindweefsel (collageen) in het vlees langzaam wordt omgezet in gelatine. Doe je het te snel, dan droogt het vlees uit en blijft stug. Voor low & slow BBQ-en gebruik je dan ook vlees van spieren die hard hebben gewerkt en daardoor veel collageen bevatten. Bijvoorbeeld brisket (borstvlees), spare ribs of procureur van het varken.
Voor deze manier van barbecueën heb je wel een paar dingen nodig:
- Barbecue met klep
- Vleesthermometer
- Briketten
- Houtsnippers (optioneel)
- (veel) geduld
Zelf heb ik verleden jaar pulled pork gemaakt van procureur (varkensnek). De avond voor de BBQ werd het vlees voorbereid met een dry rub (insmeren met droge kruiden en zout).
De volgende dag werd de BBQ al vroeg aangestoken met vijf briketten waarvan er maar ééntje werd aangestoken. De rest van de briketten werd daar tegenaan gelegd zodat je heel lang, weinig vuur hebt. Daarna ging de procureur direct vanuit de koelkast op de BBQ naast het vuur en werd het 8 uur lang vertroeteld. Na een uurtje ging er nog een kersenhouten blokje op het vuur, wat langzaam heerlijke rook afgaf. Enfin, lees hieronder het recept wat ik heb gebruikt.
Na nog een uurtje rusten was het vlees klaar voor het uit elkaar trekken met twee vorken (pulling), waarna het op een geroosterd broodje werd gedaan met saus en sla. Het was één van de beste broodjes die we ooit hebben gegeten!!
Geniet van de BBQ, de zon en de zomer.
Groetjes!