De eerste wordt vanaf de grond gemaaid en van september tot november geoogst omdat deze soort niet tegen vorst kan. De laatste wordt van september tot februari geoogst voor de verse consumptie.
Er is een veel gehoorde uitspraak van: "eerst moet de vorst er overheen en dan zijn spruitjes en boerenkool pas lekker".Maar of dat waar is?
Het oudste recept van de stamppot de 'Choux de paysans', (vrij vertaald: Lieveling van de boeren) kwam van de beroemde Franse kok Vincent la Chapelle die in dienst was bij stadhouder Willem IV als chef de cuisine (keukenchef). Het gerecht bestond uit: boerenkool met aardappelen, gort en kastanjes.
In het boek 'De kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken' stond dat het eerste recept van de stamppot uit 1880 stamt. Maar dat was zonder jus, spek of worst. Daar had men toen geen geld voor.
Een recept voor een boerenkoolstamppot van nu
Ingrediënten:
- 1,5 kg aardappels
- 2 uien
- 1 takje rozemarijn
- 250 gram spekblokjes
- 500 gram gesneden boerenkool
- 100 gram roomboter
- 200 ml melk
- 1 eetlepel mosterd
- 1 rookworst
Bereiding:
Kook de aardappels. Snipper de uien en hak de rozemarijn fijn. Bak in een droge pan de spekblokjes, voeg de uien en de rozemarijn toe tot de uien glazig zijn. Doe de gesneden boerenkool erbij en smoor deze in 15 minuten tot het slinkt.
Verwarm de melk met de roomboter in een pan en roer dit door de gestampte aardappels. Breng op smaak met peper en zout. Voeg het boerenkoolmengsel toe en roer alles goed door elkaar. Roer er eventueel de mosterd doorheen.
Serveer de stamppot met plakjes rookworst. Eet smakelijk!