Behalve de fuchsia zijn er veel planten die dan wel niet uit de hand eten, maar wel te stekken zijn. Denk maar eens aan de Monstera (gatenplant), de Hedera (klimop) of de bijna-niet-dood-te-krijgen Chlorophytum (graslelie, soort van moederplant met kleine baby-plantjes). Laatstgenoemd plantje herinner ik me van de kleuterschool waar elk kind zo’n plantje op zijn tafeltje had. De planten hadden het zwaar te verduren maar bleven overeind!
In de meeste gevallen knip je een eindje van een plant af en zet dat in een glazen flesje op water. Al snel zie je dat zich een wortelstelsel ontwikkelt. Als er genoeg wortels zijn, zet je het nieuwe plantje in een potje met potgrond. Regelmatig water geven en een beetje mest en voilà een nieuwe plant.
Soms kun je planten vermeerderen door het wortelstelsel te scheuren en de gedeelde planten direct in nieuwe potgrond te zetten. Voorbeeld is een Spathiphyllum of vredeslelie (zie de foto).
Ook kruidenplantjes kun je stekken: knip de bovenste 2 cm van het plantje af en laat alleen bovenste blaadjes zitten. Doe de steeltjes in een potje water en plant bij voldoende worteltjes in een potje met grond op een zonnige plek.
Knoflook kun je vermeerderen door een ontkiemde knoflookteen in verse potgrond op een zonnige plek te zetten, Voor je het weet heb je je eigen gekweekte knoflook!
Een mini broeikasje kan het groeiproces versnellen. Maak dat zelf, klik hier.
Klik op tips om te kijken hoe je groenten en kruiden zelf opnieuw kunt laten groeien!
De inleiding is afkomstig uit de muziek van Ja zuster, nee zuster