Mensen om mij heen vroegen regelmatig hoe ik het allemaal deed, naast mijn gezin én een drukke baan. De zorg aan huis was op dat moment nog minimaal en ik vond het niet meer dan logisch om zelf wat extra’s te doen. Maar bij het toenemen van de zorg, werd het steeds vaker ‘moeten’ en raakte ik ongemerkt overbelast. Hoe en bij wie geef je dat aan?
Ik twijfelde vooral aan mijzelf want er zijn zoveel mensen die mantelzorg geven naast een drukke baan, een actief sociaal leven en gezin? ‘Nee zeggen’ vond ik soms lastig. Van één keer per dag langsgaan, naar twee keer. Of ik zat met een schuldgevoel als ik noodgedwongen een keer moest overslaan. Er kwamen regelmatig telefoontjes op vreemde tijdstippen en er was veel onduidelijk over het veranderende gedrag van mijn vader. Het werd steeds lastiger om in de thuissituatie de zaken goed te regelen; óók voor de zorgmedewerkers.
Uiteindelijk werd mijn vader opgenomen en nadat bij hem Vasculaire Dementie werd ontdekt, vielen de 1001 puzzelstukjes op z’n plaats. Zorgvraag en aanbod konden beter op elkaar afgestemd worden, waardoor we nog een fijne tijd samen hebben gehad. Ondanks de positieve veranderingen kon ik de zorgmantel niet meteen uitdoen. Dat lukte pas na zijn overlijden toen ook alle nazorg was afgehandeld. Tegelijk had ik niet eens gemerkt dat ik zelf een flink jasje had uitgedaan.
Het is belangrijk om goed voor jezelf te blijven zorgen als je zorgt voor een ander. Blijf niet alleen rondlopen als het je even te veel is, maar praat met mensen die in een vergelijkbare situatie zitten.
Je hoeft namelijk niet álles met de mantel der liefde te bedekken!