Mijn vader werd ongeneeslijk ziek en wilde niet naar een ziekenhuis. Ik woonde twee huizen van mijn ouders vandaan waardoor ik mijn moeder dag en nacht kon helpen met de zorg voor mijn vader. Het was een moeilijke tijd maar zo fijn dat ik dat voor hem heb mogen en kunnen doen.
Ik had een heel lieve peettante die haar hele leven alleen voor heel veel pleegkinderen gezorgd heeft. Regelmatig hielp ik haar met wat nodig was. Na het weggaan van haar laatste pleegkind op haar 73ste, zorgde ze slecht voor zichzelf. Ik deed elke week boodschappen maar er werd weinig van gebruikt. Ze was dagelijks in paniek door waandenkbeelden en belde me dan. Het ging echt niet meer. Ze werd opgenomen op een gesloten afdeling, waar ze nooit gelukkig is geweest. Zoveel mogelijk bezocht ik haar maar haar verdriet kon ik niet wegnemen.
Mijn moeder kreeg een beroerte en raakte aan één kant verlamd. Ze ging van het ziekenhuis naar het verpleeghuis. In het begin bezocht ik haar dagelijks na het werk. Ze wende snel en had het goed naar haar zin. In haar rolstoel ging ze met de regiotaxi op bezoek bij familie in haar oude buurt. Ook gingen we statten, waar ze erg van genoot.
Nu help ik mijn dochter met haar dochter die in een rolstoel zit. Ze is regelmatig hier en dan doen we een kaartspelletje, kijken een film of ik verzin een klusje dat ze voor mij kan doen. We hebben dan veel plezier. Soms blijf ik een nachtje bij haar slapen zodat mijn dochter even tijd voor zichzelf heeft.
Het zorgen voor mensen die veel voor mij betekenen, geeft me een blij gevoel. Het heeft me veel geleerd, zoals het accepteren dat het zo is en de mogelijkheden blijven zien.
Foto: Tiana