Het was in 1997, dus geen massatoerisme en luchtballonnen. Geen wandelkaarten, mobiel of GPS.
Wij logeerden in Urgup in een hotelgrot. De man van het lokale toerismebureau tekende op een kladblaadje hoe wij konden wandelen en waar wij met de bus konden uitstappen en weer opstappen. Wat ik mij herinner is dat vanaf de weg, mijn man en ik het landschap inliepen. Het begon met smalle paadjes langs akkers. Kwamen alleen een boer op een ezel tegen. Zo liepen wij aan de bovenzijde van de canyon en keken wij de diepte in. Ondertussen hadden wij twee takken gevonden die als wandelstokken dienden. Heel handig bleek later. Want de toppen van de bergen bestaan uit tufsteen (vulkaanas/gruis) Op een gegeven moment kwamen wij op een plek waar drie canyons bij elkaar kwamen.
Daar hebben wij gepicknickt. Een spectaculairdere plek met uitzicht kan ik niet bedenken. Het leek de Grand Canyon wel!
Opeens zagen wij drie mannen en een vrouw aan komen wandelen. Een van de mannen droeg een hele grote langwerpige reistas op zijn rug. Heel onpraktisch om in dit gebied mee rond te sjouwen. EĆ©n van hen bleek een Turkse gids te zijn. Zij gingen dezelfde kant op, maar niet dezelfde weg, want die was nu te gevaarlijk vertelden zij ons. Dus wij er achteraan.
Wij volgende met z'n vijven de Turkse gids het stijgende pad omhoog. Daar stonden wij dan, voor een minstens vijf meter hoge kam bedekt met gruis. Hij had er wat flauwe treden in uitgehakt. Daar moesten wij overheen. Tenminste, dat dachten wij. Hij klom op handen en voeten omhoog. Het leek heel makkelijk. Maar dat was een iets wat verkeerde veronderstelling.
Luister hier naar de rest van het verhaal...