De Nederlandse taal is heel variabel. Niet voor niets vinden mensen uit het buitenland Nederlands een ingewikkelde taal.
Neem bijvoorbeeld het woordje arm dat twee betekenissen heeft: Deze man zonder arm is erg arm‚‚ Het is verwarrend, maar de schrijftaal valt vaak voor de Nederlander ook niet mee. Het woordje jou bijvoorbeeld, wanneer is het nou met of zonder een W erachter? Ik hou van jou is meestal geen probleem maar in een zin gaat het vaak mis‚.. Die auto van jouw (fout; dat moet natuurlijk jou zijn!) is erg mooi. Het blijft lastig!
Ook het thema van deze maand kan twee betekenissen hebben als je een ander werkwoord gaat gebruiken. Je kunt "erop uit" gaan door je kleinkinderen mee te nemen naar het Maritiem Museum in Rotterdam. Eerst met de tram, waar ze praktisch nooit in zitten, dan de metro‚.. oef ‚. ook heel spannend. En dan naar het museum waar ze zich bij Professor Plons goed bezig kunnen houden met schepen lossen en laden, containers scannen en allerlei zaken die in de haven voorkomen. Erg leuk en je kleinkinderen leren er veel van.
Maar nu "erop uit" zijn! Dat is wel even iets anders...
Zelf ben ik de dupe geworden van een keurig geklede Engels sprekende jongen die me vroeg hoe hij het parkeerbedrag kon betalen, want hij had slechts contant geld bij zich. Hij liet het geld zien dat hij in zijn hand had. Of ik dat eventjes voor hem kon doen en we kregen een gezellig gesprek over zijn studie geneeskunde. Tja, nietsvermoedend stak ik mijn pasje in de parkeerautomaat en terwijl ik mijn pincode intikte en hem vroeg hoe lang hij wilde parkeren, rende hij ineens weg en‚‚ mijn pas ook weg! Deze mijnheer was erop uit!
Ja‚ zijn of gaan maakt soms het verschil!