In onze straat was geen auto te bekennen, op die van een buurman na die vertegenwoordiger was. Wij konden dus naar hartenlust op straat spelen.
In de loop der jaren kwamen er meer auto's en toen ik trouwde in 1963 hadden wij geen auto maar wel een scooter. Dat veranderde toen mijn zoon werd geboren en we een Renault 4 aanschaften, een praktische gezinsauto waar de kinderwagen makkelijk in kon. Uiteindelijk zijn er wel grotere auto's gekomen want ons gezin breidde zich uit. Er werden vele kilometers afgelegd.
Naarmate ik ouder word en niet zoveel kilometers meer maak, merkte ik dat ik de auto minder nodig heb. Mijn dochter werkt om gezondheidsredenen alleen op de ochtenden en bij de APK-keuring werd onlangs haar auto afgekeurd. Haar man werkt buiten de stad en heeft de andere auto nodig. Zo kwamen we op het idee de auto te 'delen'. Nu gebruikt zij de auto 's morgens en heb ik hem de rest van de dag. Goed voor het milieu én de portemonnee!
We wonen 10 minuten lopen van elkaar vandaan. Marjolein komt 's morgens met haar hond Bano de auto ophalen die ik, na een wandeling met Bano, 's middags bij haar thuis weer ophaal. Zo snijdt het mes aan vele kanten: milieu, portemonnee, de hond, conditie en het parkeerprobleem.
Soms loopt de 'constructie' fout en vergeet ik de auto die bij haar ergens op het plein staat mee te nemen. Als Marjolein de volgende morgen komt, moet ze zonder auto eerste weer terug naar huis lopen...
Maar het 'delen' voldoet en dat is de bedoeling !