Nederland, een land van molens, kaas, en fietsen. De lucht ruikt zachtjes naar honing en de regenbuien zijn soms net zo eigenwijs als de fietsers die zich erdoorheen ploeteren. Maar ondanks dat zijn er mensen die hun koffers pakken en de ongewisse tegemoet treden. Waarom?
Ik vraag me soms af, is het echt zo slecht, zo saai? Is het hier echt zo slecht dat velen vertrekken om elders een nieuw bestaan op te bouwen?
Nee, het is eerder een verlangen naar verandering, avontuur en nieuwe mogelijkheden. Men wil ontsnappen aan de dagelijkse sleur, de regenachtige dagen en de eindeloze files. Proeven van andere levens, andere landschappen, andere talen. En dus vertrekt men, met onze Nederlandse nuchterheid en onze koffers vol drop en stroopwafels.
Het liefst begint men een bed & breakfast, met in hun bagage een cameraploeg van “Ik vertrek, Het roer om, Een huis vol emigreert” of een ander vertrek-programma.
De bed & breakfast-droom: een pittoresk huisje in de Provence of Italië, een zonnig terras, versgebakken croissants en zelfgemaakte jam. Maar achter die schone schijn schuilt hard werk, slapeloze nachten, ruïnes en doorzettingsvermogen. En ja, soms ook een cameraploeg die elke stap en emotie vastlegt. Want wat is emigratie zonder drama en tranen?
Dus laten we de Nederlandse avonturiers toejuichen, met hun koffers vol dromen en hun Nederlandse nuchterheid. Men verlaat huis & haard en familie. Het platte land van windmolens en tulpen laten ze achter, op zoek naar nieuwe vergezichten. En wie weet, misschien openen ze wel ergens in een tropisch oord een B & B, waar de gasten zich tegoed doen aan kaas, fietsen en verhalen over Nederlandse regenbuien.
Vertrek jij? Ik NIET.