Iedereen kan zingen
Zingen is gezond. Het is een misverstand dat sommigen wel en anderen niet kunnen zingen. Misschien is de één wat meer getraind of heeft een wat zuiverder gehoor dan de ander. Maar er is niets zo erg om als kind te horen: "Houd jij je mond maar want je kunt niet zingen.". Mensen kunnen daar heel onzeker van worden.
Singing in the brain
Zingen is goed voor je hele lijf. Je traint een aantal spieren en het ontwikkelt endorfine en oxytocine, beiden goed voor het brein dat daardoor zorgt dat je je lekker voelt. Zingen vermindert ook stress! Dit hebben we geleerd van Eric Scherder, hoogleraar klinische psychologie die onder meer een prachtig boek heeft geschreven met de titel 'Singing in the brain'.
Zingen geeft je lucht
En voor astmapatiënten zoals ik, is het heel erg goed voor de ademhaling. Die hebben vaak de neiging om 'hoog' te ademen, waardoor je steeds sneller gaat ademen en je het risico loopt op hyperventilatie. Het is veel beter om via je buik adem te halen. Door het diep inademen van de lucht zet je buik uit en door die weer rustig in te trekken stroomt de lucht er weer uit. Vervolgens hoef je alleen maar je buik los te aten om hem weer vol te laten stromen met lucht. Fluitje van een cent, toch?
Nou voor mij niet. Ik moet me daar regelmatig toe dwingen. Gelukkig heb ik zangles en wordt dit steeds weer opnieuw gecontroleerd en getraind. En ik zing ook in een Toonkunstkoor waarbij het noodzakelijk is om opeen goede manier te ademen.
Voor nu stop ik met dit stukje en ga zingend het weekend door!!
Donnerlezing door Erik Scherder over de unieke samenwerking tussen muziek en de hersenen
Foto: bladmuziek