Inmiddels heb ik taalmaatjes uit Turkije, Moldavië, Syrië en Chili gehad.
Eén van mijn eerste taalmaatjes sprak alleen Roemeens. Een hele uitdaging! Gelukkig is er dan Google Translate. Een ander sprak uitstekend Engels en was universitair geschoold. Met weer een ander wandelde ik al pratend van Maassluis naar Maasland.
Maar allemaal wilden ze die moeilijke Nederlandse taal leren. Om mee te kunnen doen in onze samenleving en voor vol aangezien te worden.
En dus lazen we samen lesboeken. Beginnersboeken. Grammaticaboeken. Maar ook folders en de Donald Duck.
Ik meldde me ook aan bij 'Beter spellen' waardoor ik zelf dagelijks een aantal taalvragen moet oplossen. Een eye-opener hoe moeilijk en inconsequent het Nederlands soms lijkt.
En intussen leren we ook over elkaars cultuur en gebruiken. Het boek van Agatha Christie “Kom, vertel me hoe je leeft” leerde me meer over Syrië, dan Wikipedia. Wie had dat gedacht?
We lachen ook wat af. Om misverstanden of bespottelijke Nederlandse woorden of gezegdes. En soms, soms kan ik alleen maar luisteren. Naar het verdriet over een familie ver weg en het gevoel van machteloosheid als daar iets gebeurt. Of dat je je familie niet wilt lastig vallen met je zorgen.
Als stress je verlamt en je hoofd vol zit, past daar geen Nederlandse grammatica meer bij. Hoe mooi dat ik dan mag zeggen, het is goed. We proberen het volgende week gewoon nog een keer.
Binnenkort zit het jaar er weer op en neem ik afscheid van mijn taalmaatje. Wie er daarna op mijn pad komt? Ik laat me verrassen!
Ben je geïnteresseerd in dit vrijwilligerswerk? Informeer dan eens bij de bibliotheek in je woonplaats.