In de jaren ‘50 bestond het avondeten van een gemiddelde Nederlander uit deze traditionele drie-eenheid, vaak met gekookte maar soms met gebakken aardappelen. Het was simpel, goedkoop en gezond. Stamppot, bruine bonensoep en rijstebrij stonden ook vaak op tafel. Tegenwoordig is het menu behoorlijk veranderd. Door de komst van Italiaanse gastarbeiders begin jaren ‘60, kwamen pasta, rijst en couscous ook op het menu te staan. Inmiddels is Nederland uitgegroeid naar een multiculturele samenleving met als gevolg een veelheid aan culturele gerechten.
Maar de aardappel blijft geliefd. De Nederlander eet jaarlijks zo’n tachtig kilo aardappelen. Nog aardig wat, maar veel minder dan in de jaren ‘30 en ‘40. Toen werd er wel honderddertig kilo per persoon per jaar gegeten! De aardappelteelt is echter wel geslonken, vooral akkerbouwers in Drenthe en Groningen telen minder aardappelen. Maar nog steeds komt bij ons in de wijk de aardappelboer aan de deur. Een echte ouderwetse boer die altijd wat te vertellen heeft. Zijn aardappelen zijn de lekkerste, vindt hij en dat is ook zo!
Ik hou ook van aardappelen. Je kan zó veel lekkere recepten met aardappel maken, van stamppot tot aardappelsalade en van ovenschotel tot aardappelsoep! Mijn vader noemde aardappelen ‘piepers’ en die moesten wel kruimig zijn. Altijd haalde hij het laatste ‘kruim’ uit de schaal op één hele aardappel na, die liet hij altijd in de schaal liggen. Bijzonder eigenlijk maar wij wisten niet beter..!
En…. eet je ook nog vaak een AGV-tje?