Hij kreeg daar een ijzeren marinierstraining van 16 weken en werd korporaal. Door het conflict met Indonesië werd hij daarna voor 18 maanden naar Nieuw-Guinea gestuurd waar hij in 1962 van terugkwam. In die periode kocht ik zo veel mogelijk huishoudelijk spullen want we wilden natuurlijk trouwen. Gelukkig vonden we inwoning en moesten er meubels gekocht worden. Die waren snel gevonden, omdat ik daar tijdens zijn verblijf in Nieuw-Guinea ook naar had gezocht.
In die tijd waren eiken- en teakhouten bankstellen de meest verkochte meubels. Maar ik had mijn oog laten vallen op de design meubelen van Martin Visser. We werden het eens en in onze inwoning kwam een prachtige bank en in dezelfde stijl eetkamerstoelen en een leunstoel. Het dressoir, de eetkamer- en salontafel waren van wengé hout. Bijna drie jaar woonden we er toen we via de zaak van mijn man een flat kregen aangeboden.
Tjonge, het was een paleisje vergeleken bij de inwoning. De woonkamer had ongeveer de grootte van de hele inwoning! En wat stonden de meubels mooi op die schitterende rode vloerbedekking. Nadat ons derde kind was geboren verhuisden we naar een eengezinswoning. Daar kwamen we wat meubels tekort en toen….. ja, toen kwam de verandering. Antiek werd het. Als ik er nu aan denk krijg ik nóg pijn in mijn hart dat ik al die prachtige designmeubels heb ingeruild.
Gelukkig had ik het dressoir nog, dat al een tijd in onze schuur stond. Toen de zoon van mijn zus dat zag, vroeg hij of hij het mocht hebben. Knapte het op en was ‘t weer zo goed als nieuw!
Wat ben ik blij dat hij er nog elke dag van geniet!