Jan, Herman Finkers is 35 jaar getrouwd met Gedda als zijn schoonvader overlijdt. Zijn schoonvader wilde gecremeerd worden om daarna in de Rijn bij Sint Hildegard uitgestrooid te worden. Dat vond hij zo'n mooie plek.Het is geen gewoonte in de familie om gecremeerd te worden, dat is maar raar. Dus wordt de schoonvader begraven.Om zijn laatste wens toch in vervulling te laten gaan graaft Jan het lichaam op en laat het cremeren.
Vervolgens moet hij een plan bedenken om met de urn naar Sint Hildegard te gaan. Jan speelt dat hij dement wordt. Hij gaat een smootie maken en doet een aantal eieren met schil en al in de blender. Zijn vrouw vraagt of hij de heg wil snoeien. Jan pakt de kettingzaag en zaagt in één keer de hele heg tot aan de grond af.Dan wordt hij opgenomen in een verpleeghuis.
Hij gooit het op een akkoordje met de directeur. Er wordt tegen zijn vrouw gezegd dat hij voor zijn rust beter geen bezoek kan ontvangen. En Jan vertrekt met de urn onder zijn arm naar Sint Hildegard.
Ondertussen geeft Gedda (die docent is op de universiteit) een college over hoe betreurenswaardig het leven van een alleenstaande man is. Zijn schoonzoon weet hem te vinden via de telefoon omdat hij die gebruikt om alsmaar te controleren waar zijn vrouw is.
Jan geniet van zijn reis en steekt een kaarsje aan voor zijn schoonvader als hij zijn doel heeft bereikt.Hij komt terug in het verpleeghuis en spoelt onder de douche de hele reis van zich af.
Laten we eens proberen als we onder de douche gaan om alle taboes van ons af te spoelen. Dat zou een opluchting zijn!
Leven en laten leven.