Vlak na het regenseizoen gingen we daar op vakantie waardoor het moeras nog niet was opgedroogd. We gingen varen in een luxe uitvoering van een uitgeholde boomstam. Er stonden namelijk twee plastic klapstoeltjes in.
Op de achterplecht stond een man met een stok die de boot zo voort duwde. Het was verschrikkelijk warm. De man met de stok nam regelmatig een duik in het water om daarna weer een stukje verder te varen. Hij moest wel uitkijken waar hij dat deed... Regelmatig passeerden wij chagerijnige nijlpaarden. Ze waren zo omdat de vrouwtjes net jongen hadden gekregen. Die moesten verdedigd worden tegen die indringers.
Maar gelukkig is het allemaal goed gegaan.We kwamen in een gebied dat vol stond met prachtige bloemen.Ik moest de planten uit elkaar duwen zodat we er doorheen konden varen. Ik kon mijn ogen niet geloven. Dat waren van diezelfde lelies als waarvan één er van in de Hortus stond. Ik moest er bijna van huilen. In gedachten ging ik terug naar lang geleden, toen bezocht ik de Hortus Botanicus in Leiden. Daar stond een grote waterlelie in bloei. Dat was prachtig. Ik heb er veel foto's van genomen en als cadeautje kwam er ook nog een insect op te zitten.
Later toen we weer terug waren na ons boottochtje raakte ik aan de praat met een paar bewoners van die omgeving. Het bleek dat die mensen aan het eind van het seizoen de wortels van die planten eten. Dan word je toch wel heel stil.
In de Hortus wordt er met veel liefde en toewijding één zo'n plant in leven gehouden. Terwijl er in de Okavango rivier honderden staan waar niemand iets aan hoeft te doen.
Zo gaat dat in de natuur!